Burgerschap
Er zijn veel verschillende vieringen en tradities in de wereld – meer dan één persoon in een heel leven kan ervaren. In december worden er over de gehele wereld verschillende feesten gevierd die in het kader staan van het licht. Niet iedereen uit een bepaalde cultuur of religie volgt dezelfde tradities of vieringen op deze speciale dagen. Sommige vieringen en tradities worden in verschillende landen en in meerdere culturen gevierd, anderen zijn gebonden aan de tradities en rituelen van een bepaald land.
Eind 2023 hebben de kinderen van domein 2 en 3 onderzoek gedaan binnen het transdisciplinaire thema: Hoe we onszelf uitdrukken. Het centraleidee, ontwikkeld door de domeinmedewerkers met de PYP-coördinator, dat centraal stond was: ‘vieringen verbinden waarden, normen en geloof van verschillende culturen. De uitvoering van dit onderzoek hebben we eerder beschreven in ons blog over vieringen. Het geeft onze visie op burgerschap weer. Hoe we werken aan de burgerschapsdoelen en hoe we burgerschap integreren in het dagelijkse onderzoeken, ontdekken en maken.
Ons uitgangspunt voor Burgerschap is:
Onderwijs voor (wereld)burgerschap, is onderwijs bestendig voor de toekomst. Het kindcentrum zet een curriculum neer dat ruimdenkend is, intercultureel begrip heeft, en comfort met pluraliteit en complexiteit in onze geglobaliseerde wereld ontwikkelt. Zodat onze leerlingen bewust kiezen om een goede (wereld)burger te worden.
Op dit moment komt onze populatie uit verschillende wijken in Den haag, zoals Scheveningen en de Molenwijk en we hebben ook kinderen uit Leidschendam en Voorburg. De achtergrond van de ouders en de kinderen verspreidt zich van Nederland, Argentinië, Maleisië, India, Engeland tot Duitsland. Ons uitgangspunt voor burgerschap is passend bij onze populatie en het onderzoeken, ontdekken en maken in de dagelijkse praktijk.
Ons curriculum hebben we vastgelegd in het Program Of Inquiry (POI). De POI is een document waarin KC De Binck beschrijft welke doelen, wanneer en binnen welk transdisciplinaire thema aan bod komen gedurende de acht schooljaren van een kind. In de POI zijn de burgerschapsbouwstenen aan het transdisciplinaire thema gekoppeld en verbonden met het onderzoek, daarmee biedt de Binck burgerschap doelgericht en samenhangend aan. We werken aan de kennis en vaardigheden die nodig zijn in een pluriforme samenleving en bevorderen actief de basiswaarden van de democratische rechtstaat.
Binnen het onderzoek over vieringen verbonden we de waarden, de normen en het geloof van verschillende culturen. Dit centrale idee is gekoppeld aan het leerprofiel. Het leerprofiel is een centraal onderdeel van het International Baccalaureate Primary Years Programme (Hierna: IB PYP). Het leerprofiel bestaat uit tien karakterkenmerken die onze leerlingen helpen zich tot wereldburgers te ontwikkelen en die hen ondersteunen om actie te ondernemen voor positieve verandering in hun omgeving en de wereld (Bron: IB PYP). Bij het onderzoek naar vieringen zijn de volgende kenmerken van het leerprofiel gekoppeld aan het onderzoek: ik ben ruimdenkend, ik ben communicatief en ik ben zorgzaam.
Het leerprofiel is op verschillende manier zichtbaar in de domeinen:
- Op de prikborden in de domeinen hangen de onderdelen die passen bij het onderzoek;
- In Bordfolio wordt het leerprofiel gekoppeld bij de berichten;
- In het dagelijkse taalgebruik van domeinmedewerkers wordt het leerprofiel actief gebruikt richting de kinderen.
De IB PYP stelt naast het leerprofiel ook kennis en vaardigheden centraal die de kinderen in staat stellen om actie te ondernemen voor het creëren van een betere en vreedzame wereld. Hieronder vallen: communicatievaardigheden, sociale vaardigheden, denkvaardigheden, onderzoeksvaardigheden en zelfmanagementsvaardigheden.
Tijdens het onderzoek naar vieringen stonden voor domein 2 (groep 1-2) en domein 3 (groep 3-4) de volgende vaardigheden en deelvaardigheden centraal:
- Ik ontwikkel creatieve denkvaardigheden: bedenken van nieuwe ideeën en andere perspectieven overwegen;
- Ik ontwikkel informatievaardigheden: formuleren en plannen, gegevens verzamelen en vastleggen, synthetiseren en interpreteren, evalueren en communiceren;
- Ik ontwikkel geletterdheid: lezen, schrijven en taal gebruiken om informatie te verzamelen en communiceren;
- Ik wissel informatie uit: luisteren, interpreteren en praten;
- Ik ontwikkel organisatievaardigheden: het effectief organiseren van tijd en taken.
De vaardigheden zijn onderdeel van de doelen voor het burgerschapsonderwijs. De doelen hebben een logische opbouw naar de leeftijd van het kind. Zo heeft het kindcentrum vaardigheden beschreven voor kinderen van 4 tot 6 jaar en van 6 tot 12 jaar, hierdoor ontstaat er een logische opbouw door de tijd heen. Aangezien de doelen tevens samenhang met het leerprofiel hebben, is burgerschap een geïntegreerd onderdeel van onze schoolcultuur. Er wordt gedifferentieerd in deze vaardigheden/doelen door middel van provocaties. Provocaties zijn stellingen en/of bronnen die de kinderen aanzetten tot denken, het stellen van vragen en het vormen van hun mening.
Uiteindelijk eindigt elke onderzoeksmodule met een actie. Alles wat wij de kinderen leren, willen we ze laten gebruiken in hun leven. Door middel van het ondernemen van actie kunnen kinderen laten zien dat zij datgene wat zij leren kunnen toepassen. Acties kunnen groot of klein zijn, voor de korte of de lange termijn, individueel of met een groep, thuis of op school.
Tijdens het onderzoek naar verschillende vieringen in verschillende culturen hebben de kinderen als actie een lichtjesfeest georganiseerd, waarbij er kennis over en respect is voor de overeenkomsten en verschillen tussen de culturen die aanwezig zijn in het kindcentrum.
Naast het onderzoeken, ontdekken en maken is taal voor De Binck ook een manier om met burgerschap bezig te zijn. Het aanvullend leren van talen ziet de Binck als een toegangspoort tot andere culturen. Taal is volgens het IB een belangrijk leermiddel en ziet elke domeinmedewerker als taalleraar. Doordacht taalgebruik verbetert het onderwijzen en het leren over academische, sociale en persoonlijke ontwikkeling. Het leren van extra talen helpt ons andere culturen te begrijpen, wat het mondiale burgerschap bevordert.
Binnen het kindcentrum wordt vooralsnog Engels als tweede taal gegeven. Afhankelijk van onze populatie aan ouders en kinderen geven wij gehoor aan hun thuis en/of familietaal. Kinderen mogen in zekere mate ook zelf bepalen in welke taal zij hun taken en opdrachten schrijven en maken. Het gesprek met de domeinmedewerker zal in het Nederlands zijn, indien het kind zijn verwerking liever in zijn/haar thuis en of familietaal wil maken is dit mogelijk.
Door taal te zien als een toegangspoort tot andere culturen werken we ook aan international mindedness. International mindedness betekent vanuit de IB PYP het begrijpen, respecteren en waarderen van verschillende culturen.
Domein 4 en 5 hebben een onderzoek uitgevoerd binnen het transdisciplinaire thema: Wie we zijn. Het centrale idee was: Mensen dragen verantwoordelijkheid voor hun keuzes en uitkomsten die deze keuzes veroorzaken. Vanuit dit idee zijn vooraf drie onderzoekslijnen geschreven. De onderzoekslijnen geven richting en sturing aan de doelen en onderdelen die aan bod komen:
- Een onderzoek naar de normen en waarden van mijzelf en naar die van een ander;
- Een onderzoek naar verschillende culturen en achtergronden in de (leer)gemeenschap;
- Een onderzoek naar welke afspraken gelden, hoe en wanneer.
Deze onderzoekslijnen geven richting aan de manier waarop KC De Binck onderzoekt, ontdekt en maakt in relatie tot de basiswaarden van de democratische rechtstaat.
Binnen dit onderzoek stonden de volgende vaardigheden en deelvaardigheden centraal :
- Ik ontwikkel creatieve denkvaardigheden: bedenken van nieuwe ideeën en andere perspectieven overwegen;
- Ik ontwikkel transfer vaardigheden: vaardigheden en kennis in meerdere contexten gebruiken;
- Ik wissel informatie uit: luisteren, interpreteren en praten;
- Ik ontwikkel ethisch gebruik van media/informatie: sociale en ethische technologie begrijpen en toepassen;
- Ik ontwikkel positieve relaties en samenwerkingsvaardigheden: gebruik van zelfbeheersing, omgaan met tegenslagen en ondersteun leeftijdsgenoten;
- Ik ontwikkel begrip over mijn gemoedstoestand: mindfullnes, doorzettingsvermogen, emotionele beheersing, motivatie, veerkracht;
De start van dit onderzoek bestond uit het leren over wetten en wetsvoorstellen. De kinderen hebben geleerd dat een wet vaak een oplossing is voor een maatschappelijk probleem en welke stappen een wetsvoorstel doorloopt. De kinderen hebben ook onderzoek gedaan naar verschillende internationale wetten. Vervolgens hebben de kinderen zelf een wetsvoorstel bedacht voor de Binck.
De manier waarop de kinderen hebben gereageerd, gedacht en gewerkt tijdens dit onderzoek, is vastgelegd in de documentatie. Een aantal observaties van de domeinmedewerker:
- Uitvoeren van eigen ingestelde wet; dit gaf de kinderen het besef van de fases van een wet.
- “een recht krijg je en een wet is een regel waar je je aan moet houden.”
- “Een kind heeft recht op liefde, school en eten.”
- Misconceptie: de rechten liggen aan de thuissituatie. De kinderen zien het hebben van rechten nog als iets universeels;
- Vooral de verschillende rechten van het kind zijn besproken, deze zitten in de directe belevingswereld van de kinderen.
Burgerschap moet waarneembaar zijn, waardoor er reflectie en evaluatie mogelijk is. Wij volgen de ontwikkeling van burgerschap in de dagelijkse praktijk door middel van het portfolio. In het portfolio leggen de domeinmedewerkers onderdelen van het leerprofiel, de vaardigheden en de bouwstenen van burgerschap vast. Op deze manier zorgen wij dat het aanbod dekkend is voor de kerndoelen.
Lees ook onze andere blogs
Zelf het onderzoek plannen
Tijdens het plannen van een nieuwe onderzoeksunit en de activiteiten die we per week gaan doen, wordt de stem van de leerlingen ook meegenomen. Door de domeinmedewerkers wordt tijdens het plannen rekening gehouden met de interesses en de vragen van de kinderen. Echter vindt dat planproces wel na schooltijd zonder de kinderen plaats. In domein 4/5 besloten we dit, voor de laatste onderzoeksunit, anders te doen en het hele proces samen met de kinderen te doorlopen.
Begrijpen met je handen
In domein 1 en 2 op Kindcentrum de Binck nemen materialen een belangrijke plek in. Werken met materialen roept veel vragen op die de domeinmederwerkers met elkaar onderzoeken: Wat is geschikt materiaal? Hoe zet je dit in? Hoe begeleid je kinderen hierbij? Hoe gebruik je de materialen duurzaam en houd je de kosten beheersbaar? Hoe richt je een atelier in? Tijdens de 2 daagse workshop “Begrijpen met je handen” van Atelier in een koffer, zijn wij weer een beetje verder gekomen in dit nooit stoppende onderzoeksproces.
Zorgzaam zijn
Op dit moment onderzoeken de kinderen van domein 2 het zorgzaam zijn. Ze vragen zich af: Hoe zorgen we voor de dieren buiten? Hoe zorgen we voor de dieren binnen? Hoe zijn we zorgzaam voor elkaar? Hoe zorgen we voor onze omgeving?
Taalgebruik
Voor de kinderen zijn de woorden die worden gebruikt, de vragen die worden gesteld en de antwoorden die worden gegeven belangrijke signalen over hoe er naar ze gekeken en geluisterd wordt.
Vieringen
Er zijn zo veel vieringen en tradities in de wereld – meer dan 1 persoon in een heel leven kan ervaren. In het kindcentrum vieren we jaarlijks een aantal momenten met elkaar. Het begin van het schooljaar, sinterklaas, lichtjesfeest, lentefeest, het einde van het schooljaar. Daarnaast vindt het kindcentrum het ook belangrijk dat kinderen leren over feesten die leven in de groep of samenleving.
‘Luisteren is een tijd van lange pauzes.’ (Reggio Children, 2001)
Het doel van assessment volgens de IB is om leren en lesgeven te informeren. Het gaat om het verzamelen en analyseren van informatie over het leren van leerlingen om de onderwijspraktijk te informeren. Het identificeert wat leerlingen weten, begrijpen en kunnen in verschillende stadia van het leerproces (IBO, 2018).
Dit heeft mij laten inzien dat assessment een doorgaand proces is, van het kind, maar ook van mij als professional, door goed te luisteren naar het kind, de vragen die deze (impliciet) stelt en wat het kind mij vertelt, kan ik mijn onderwijs verder plannen en ontwikkelen.
Een dag in domein 1 (0-4 jaar)
We hebben de ruimte om twee groepen van twaalf kinderen (KDV) te ontvangen. De kinderen in dit domein zijn gebaat bij een goed doordacht dagritme met duidelijke regels, routines en verwachtingen vanuit de medewerkers. Zo creëren we een voorspelbare en veilige omgeving. Lees hier hoe we dit vormgeven.
Een dag op De Binck (4-12 jaar)
Domein 2 tot en met 5 zitten samen in één grote ruimte, het domein. Dit vraagt om duidelijke structuur, regels en routines van domeinmedewerkers om onze kinderen vrijheid te kunnen geven. De structuur bieden we onder andere door middel van een dagritme.
Het leerprofiel en het boek
Met deze 10 karakterkenmerken word je een echte wereldburger, neem je actief deel aan de samenleving en heb je respect voor jezelf, anderen en de wereld om je heen. Daarnaast zijn dit kenmerken die de rest van je leven van belang zullen zijn en die stimuleren tot een leven lang leren. Deze karakterkenmerken zijn ook terug te vinden in verhalen.
Taalvriendelijkheid
Een leergemeenschap wordt gevormd door de identiteit van iedereen die er onderdeel van uitmaakt. De verschillende talen vanuit huis en de omgeving maken hier een belangrijk onderdeel van. Op De Binck erkennen en vieren we deze talen als een verrijking van onze omgeving. Dit doen we onder andere door deze zichtbaar te maken. In dit blog lees je over een van de manieren waarop we dit doen.