Begrijpen met je handen
In domein 1 en 2 op Kindcentrum de Binck nemen materialen een belangrijke plek in. Werken met materialen roept veel vragen op die de domeinmederwerkers met elkaar onderzoeken: Wat is geschikt materiaal? Hoe zet je dit in? Hoe begeleid je kinderen hierbij? Hoe gebruik je de materialen duurzaam en houd je de kosten beheersbaar? Hoe richt je een atelier in? Tijdens de 2 daagse workshop “Begrijpen met je handen” van Atelier in een koffer, zijn wij weer een beetje verder gekomen in dit nooit stoppende onderzoeksproces.
In een atelier in Amsterdam ontdekken wij, Lisette en Daniëlle, dat er zoveel is dat geschikt is om mee te werken en dat het vrijwel niets kost, je moet het alleen even zien. Twee dagen lang worden wij ondergedompeld in het schilderen, krassen, stempelen, verbinden en rijgen met materialen waarvan we niet eens wisten dat je het kon gebruiken met kinderen. Tjakka Diddens en Sabine Plamper nemen ons mee in de wereld van het behangplaksel met ecoline, het zoutdeeg en maizena met water en leggen ons uit waarom het zo belangrijk is om te werken vanuit materiaal zonder opdracht en waarom je moet waken voor het woord “mooi”.
Sporen maken zonder opdracht……….
Tijdens de cursus wordt uitgebreid stilgestaan bij het belang van het regelmatig tekenen, schilderen en onderzoeken zonder thema:
In het boek begrijpen met je handen wordt het volgende beschreven:
Kinderen maken sporen om zo zichzelf en de wereld beter te begrijpen. Door hun eigen spoor te volgen nemen kinderen zichzelf waar. Het versterkt hun eigenwaarde en vergroot hun zelfvertrouwen. Het is het materiaal zelf dat kinderen aantrekt om deze sporen te maken. Wanneer volwassenen de sporen die kinderen al spelend achterlaten volgen , dan zien zij waar kinderen naar op zoek zijn, wat hen raakt, verwondert en verbaast. Het onderzoeken van materialen om hen heen is een manier de wereld te begrijpen. Door materiaalonderzoek ontstaat het eerste spoor en zo volgen er nog veel meer: van spoor naar spoor. Ieder kind zou de kans moeten krijgen om op zijn eigen manier, in zijn eigen tempo het materiaal te onderzoeken, dan komt de creativiteit vanzelf. Zo ontdekken zij. Zo maken hun hersenen verbindingen. Dat is “Begrijpen met je handen”: spelen, leren en creativiteit komen samen. Het gaat niet om wat het wordt, maar om wat je doet, het proces. Belangrijk dus dat er geen prestatiedruk is iets te maken, niet altijd productgericht werken. Kinderen willen weten hoe iets werkt, volwassenen wat het wordt. Laat kinderen het materiaal ervaren en ontdekken. Zij associëren dit vanzelf met waarmee je bezig bent (herfst, voertuigen). Laat de spontane processen hun gang gaan. Biedt regelmatig creatieve activiteiten aan zonder thema. Activiteiten waarbij het eindresultaat niet al vaststaat.
Pas op voor mooi…..
“Dat heb je mooi gemaakt”, een uitspraak die zo makkelijk gedaan wordt vanuit de beste bedoelingen. Maar wat zegt het begrip “mooi” eigenlijk als het gaat over iets dat een kind gemaakt heeft. Waarom zeggen we dit? Is alles wat een kind maakt mooi? Doen we dit om kinderen te bevestigen en stimuleren en hoe zit het met ons eigen gevoel voor schoonheid? Is mooi niet iets subjectiefs?
Bij de workshop “Begrijpen met je handen” wordt uitgebreid stilgestaan bij de risico’s van het gebruik “mooi” als we het hebben over het werk van kinderen:
Mooi
– Wakkert competitie tussen kinderen aan.
– Maakt kinderen afhankelijk van jouw oordeel in plaats van dat waar het om gaat: hun eigen oordeel.
– Is een waardeoordeel, subjectief.
– Is een dooddoener, makkelijk geroepen.
– Stopt het gesprek.
– Focust alleen op product en niet het proces.
– Stopt creativiteit en staat risicovol spel in de weg; dit is mooi dus waarom iets anders proberen met het risico dat het niet mooi is.
“Maar wat zeg ik dan?’ vroegen wij ons af. Gelukkig kregen wij handvaten ter vervanging van het begrip mooi:
Neem de tijd voor een reactie: laat me eens goed kijken/wat zie ik allemaal?
Benoem wat je ziet: vormen/kleuren/technieken
Non verbaal: nieuw materiaal aanbieden
Open vragen stellen: Wil je er iets over vertellen? Ben je tevreden? Waar ben je mee begonnen? Wat heb je ontdekt?
Bij het bespreken van elkaars werk, bleek het niet altijd eenvoudig. “Mooi” bleek meer ingeslepen dan we dachten en op de meest onverwachte momenten stak het de kop op. Maar oefening baart kunst, bleek ook.
Tips bij het begeleiden
Naast heel veel inspiratie kregen wij ook veel tips mee die makkelijk ingezet kunnen worden bij het begeleiden van kinderen:
-De doos met vergeten tekeningen of EHBO doos voor mislukte tekeningen: “Jij vindt het zelf misschien mislukt, maar voor iemand anders is het precies goed, die wil er misschien mee verder”
-Vraag niet wat het wordt.
-Gebruik goed materiaal en echt gereedschap.
-Laat kinderen op een a6 tekenen tijdens het voorlezen.
-Ken je eigen grens als begeleider.
-Van klein naar groot: begin met werken op A6
-Begin met weinig, materiaal, in kleine bakjes, voeg toe.
-Focus op flow, verdwijnt die, voeg materiaal toe
-Tekenen: begin met zwarte stift, pas daarna kleuren als een kind dat wil
-Natekenen is leren kijken, je hoeft het niet direct te kunnen.
-Krassen is zo belangrijk.
Ons eigen onderzoek naar materialen op de Binck gaat door. We hebben inspiratie opgedaan, proberen uit, delen onze kennis met collega’s en denken na over nieuwe vragen: Hoe gaan we ons atelier indelen en inzetten? Welke plek krijgt het werken met materialen in onze onderzoeksunits en hoe gaan we al onze ervaringen vastleggen? Ideeën genoeg en tijdens de workshop hebben wij geleerd: “Een idee leidt vanzelf tot een nieuw idee”.
Wil je nu meer weten over begrijpen met je handen, klik dan op deze link.
Lees ook onze andere blogs
Zelf het onderzoek plannen
Tijdens het plannen van een nieuwe onderzoeksunit en de activiteiten die we per week gaan doen, wordt de stem van de leerlingen ook meegenomen. Door de domeinmedewerkers wordt tijdens het plannen rekening gehouden met de interesses en de vragen van de kinderen. Echter vindt dat planproces wel na schooltijd zonder de kinderen plaats. In domein 4/5 besloten we dit, voor de laatste onderzoeksunit, anders te doen en het hele proces samen met de kinderen te doorlopen.
Burgerschap
Onderwijs voor (wereld)burgerschap, is onderwijs bestendig voor de toekomst. Het kindcentrum zet een curriculum neer dat ruimdenkend is, intercultureel begrip heeft, en comfort met pluraliteit en complexiteit in onze geglobaliseerde wereld ontwikkelt. Zodat onze leerlingen bewust kiezen om een goede (wereld)burger te worden.
Zorgzaam zijn
Op dit moment onderzoeken de kinderen van domein 2 het zorgzaam zijn. Ze vragen zich af: Hoe zorgen we voor de dieren buiten? Hoe zorgen we voor de dieren binnen? Hoe zijn we zorgzaam voor elkaar? Hoe zorgen we voor onze omgeving?
Taalgebruik
Voor de kinderen zijn de woorden die worden gebruikt, de vragen die worden gesteld en de antwoorden die worden gegeven belangrijke signalen over hoe er naar ze gekeken en geluisterd wordt.
Vieringen
Er zijn zo veel vieringen en tradities in de wereld – meer dan 1 persoon in een heel leven kan ervaren. In het kindcentrum vieren we jaarlijks een aantal momenten met elkaar. Het begin van het schooljaar, sinterklaas, lichtjesfeest, lentefeest, het einde van het schooljaar. Daarnaast vindt het kindcentrum het ook belangrijk dat kinderen leren over feesten die leven in de groep of samenleving.
‘Luisteren is een tijd van lange pauzes.’ (Reggio Children, 2001)
Het doel van assessment volgens de IB is om leren en lesgeven te informeren. Het gaat om het verzamelen en analyseren van informatie over het leren van leerlingen om de onderwijspraktijk te informeren. Het identificeert wat leerlingen weten, begrijpen en kunnen in verschillende stadia van het leerproces (IBO, 2018).
Dit heeft mij laten inzien dat assessment een doorgaand proces is, van het kind, maar ook van mij als professional, door goed te luisteren naar het kind, de vragen die deze (impliciet) stelt en wat het kind mij vertelt, kan ik mijn onderwijs verder plannen en ontwikkelen.
Een dag in domein 1 (0-4 jaar)
We hebben de ruimte om twee groepen van twaalf kinderen (KDV) te ontvangen. De kinderen in dit domein zijn gebaat bij een goed doordacht dagritme met duidelijke regels, routines en verwachtingen vanuit de medewerkers. Zo creëren we een voorspelbare en veilige omgeving. Lees hier hoe we dit vormgeven.
Een dag op De Binck (4-12 jaar)
Domein 2 tot en met 5 zitten samen in één grote ruimte, het domein. Dit vraagt om duidelijke structuur, regels en routines van domeinmedewerkers om onze kinderen vrijheid te kunnen geven. De structuur bieden we onder andere door middel van een dagritme.
Het leerprofiel en het boek
Met deze 10 karakterkenmerken word je een echte wereldburger, neem je actief deel aan de samenleving en heb je respect voor jezelf, anderen en de wereld om je heen. Daarnaast zijn dit kenmerken die de rest van je leven van belang zullen zijn en die stimuleren tot een leven lang leren. Deze karakterkenmerken zijn ook terug te vinden in verhalen.
Taalvriendelijkheid
Een leergemeenschap wordt gevormd door de identiteit van iedereen die er onderdeel van uitmaakt. De verschillende talen vanuit huis en de omgeving maken hier een belangrijk onderdeel van. Op De Binck erkennen en vieren we deze talen als een verrijking van onze omgeving. Dit doen we onder andere door deze zichtbaar te maken. In dit blog lees je over een van de manieren waarop we dit doen.